‘Dit had in onze ogen niet mooier kunnen uitpakken’
20 februari 2025Stivas 2024 in cijfers
20 februari 2025
Visie op kavelruil
Interview met Rik Rolleman, manager ontwikkeling bij Recreatie Noord-Holland.
‘Noord-Holland is te klein om alle gronden voor maar één functie te gebruiken’
Na jarenlang in het bedrijfsleven te hebben gewerkt, stapte de geboren en getogen Twent Rik Rolleman over naar de overheid; eerst bij de gemeente Rotterdam en later voor provincie Noord-Holland. Namens Recreatie Noord-Holland maakt hij deel uit van het Stivas-bestuur. In de rubriek ‘Visie op kavelruil’ gaat Rolleman in op het nut en noodzaak van de organisatie.
Sinds wanneer bent u bij Stivas betrokken en kende u de organisatie toen al?
Rolleman: “Ik ben gevraagd door Stivas-voorzitter Claudia Weemhoff om deel uit te maken van het algemeen bestuur. Ik kende haar al van jaren terug toen wij beide actief waren in de politiek en kwam haar weer tegen toen ze statenlid was bij de provincie Noord Holland. Ik kende de organisatie wel maar alleen van naam. Zij zocht een vertegenwoordiger vanuit de recreatiesector, naast de al bestaande vertegenwoordiging vanuit de natuur sector (nu Natuurmonumenten).”
Wat is de meerwaarde voor uw organisatie om mee te denken?
“De recreatie sector heeft andere aandachtspunten dan de natuur sector. Dat merken we ook in het Terreinbeheerders Overleg Noord Holland. Met recreatieschap West-Friesland vragen wij daar aandacht voor de groeiende behoefte aan recreatiegebieden. Provincie Noord-Holland is de enige provincie die alle recreatiegebieden onder het Natuur Netwerk Nederland heeft gebracht. Op zich begrijpelijk want de druk op de ruimte in Noord-Holland is zeer groot en we moeten wel tot dubbel ruimte gebruik overgaan. Dat is ook de reden dat wij al onze gebieden natuur inclusief en natuurpositief inrichten.”
“Helaas beperkt de provincie met specifieke regelgeving de recreatie wel steeds meer op de NNN. Het overnachten is bijvoorbeeld niet meer mogelijk. Daarom zijn wij gedwongen om steeds meer gebieden, en met name de drukke ontvangstlocaties en evenementenlocaties te ontgrenzen. Ondanks de groei van de bevolking in zowel Noord-Holland Noord als het gebied van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is er op dit moment geen geld beschikbaar voor de uitbreiding van recreatiegebieden. In onder meer de verstedelijkingstrategie van de MRA staat dan ook dat de bestaande recreatiegebieden de groeiende druk moet opvangen, maar ook moeten er meer verbindingen komen naar het landelijk gebied, zodat daar ook landbouwgronden dubbel gebruikt kan worden. Ik denk hierbij onder meer aan de boerenlandpaden die in een grote behoefte voorzien.”
“Noord-Holland is te klein om alle gronden alleen als natuur, landbouw of recreatie te gebruiken. Juist het gecombineerd gebruik van gronden zorgt voor draagvlak. Binnen de Stivas kan dat draagvlak makkelijker gevonden worden omdat in het algemeen bestuur alle sectoren vertegenwoordigd zijn en alle belangen dus op tafel komen.”
“Ondanks dat de recreatiesector voorlopig weinig middelen heeft om nieuwe gronden aan te kopen en dus beperkt tot geen rol heeft bij komende kavelruil trajecten willen wij wel graag het belang van het ‘dubbelruimtegebruik’ voor de recreatiesector aangeven. Natuurlijk moeten agrariërs dan wel kunnen rekenen op een redelijk vergoeding voor het (tijdelijk) beschikbaar stellen van deze gronden, zoals een vergoeding voor het laten broeden van weidevogels, beschikbaar stellen van boerenlandpaden of het handhaven van ecologisch interessante verbindingszones zoals houtwallen.”
Wat is volgens u de kracht van vrijwillige kavelruil?
“Bij kavelruil worden alle belangen openlijk met elkaar besproken. Er mogen dan ook geen dubbele agenda’s zijn. Vanuit dit perspectief kan er synergie bereikt worden en wordt iedereen er beter van; de landeigenaar, de agrariër, de natuur en de recreant. Te vaak worden we gedwongen in een onderhandelingspositie van ‘voor’ en ‘tegen’, waarbij er altijd een verliezer is; dat is bij vrijwillige kavelruil geen optie. De overheid heeft altijd nog de mogelijkheid tot onteigening over te gaan maar naast de lange doorlooptijd wordt hierbij vaak niet naar mogelijkheden gekeken maar gaat men zich in stellingen vastleggen. Hoe het niet moet is goed te zien aan het stikstofdossier, daar is nu een impasse waar niemand meer uit lijkt te komen en worden er alleen juristen beter van. Het is jammer dat er weinig gedaan is met de aanbevelingen van Remkes, nota bene onze eigen voormalige Commissaris van de Koning!”
Kunt u er een concrete kavelruil uitlichten, die dat illustreert en die toelichten?
“Wij zijn met de provincie Noord Holland met het recreatieschap Spaarnwoude druk bezig met het gebiedsproces “Dijkland”. Hierbij zijn we samen met agrariërs in gesprek hoe we het gebied beter kunnen beheren. Extensivering speelt hierbij ook een rol. Samen met Havenbedrijf van Amsterdam, die uit strategische oogpunt groot grond bezitter is in dit gebied hebben we gesprekken gevoerd over het gebruik van de pachtgronden die vrij kwamen. Deze worden nu ingezet om de extensivering mogelijk te maken en de boeren in Dijkland ook in de toekomst bestaanszekerheid te geven. In het gebiedsproces geven ook andere inkomstenbronnen uit bijvoorbeeld recreatie deze zekerheid. Maar ook de kavelruil die nodig is voor het verbeteren van de waterkwaliteit en kwantiteit vind ik een mooi voorbeeld.”
Welke rol ziet u voor Stivas (de komende jaren)?
“Natuurlijk heeft de aanpak van de gebiedsprocessen met het verdwijnen van de financiële middelen hiervoor door het huidige kabinet een behoorlijke domper gekregen. Toch moeten we hiermee doorgaan en ik ben blij dat de provincie dat ook doet. Hier zie ik een grote rol voor de Stivas weggelegd om belangen van terreinbeheerders, natuurorganisaties en agrariërs bij elkaar te brengen als er op perceelniveau deals gesloten moeten worden. Het zou helpen als we daar een gezamenlijk uitgangspunten document voor zouden opstellen. Juist ook samen met het waterschap omdat wij allemaal behoefte hebben aan droge voeten en schoon water!”